The Tragedy of Hamlet, Prince of Denmark is de oorspronkelijke titel, maar in de volksmond weet iedereen waar je het over hebt wanneer we Hamlet zeggen. Dit theaterstuk werd geschreven in de eerste jaren van de 17e eeuw door William Shakespeare. Het is misschien wel de bekendste tragedie ooit geschreven en ontelbare keren op het toneel voorgedragen. Hamlets frase ‘To be, or not to be, that is the question’ is wereldwijd bekend.
Het verhaal
De biologische vader van Hamlet is overleden en zijn geest spookt in de donkere uren van de nacht rond op het kasteel. Deze geest vertelt op een gegeven moment aan zijn zoon Hamlet dat hij in werkelijkheid vermoord is, en hoe dit plaats heeft gevonden. Claudius zou de dader zijn. Hamlet raakt in de war en vraagt zich af wat te doen. Is de geest echt, en is wat hij zegt waar? Of zijn er duistere krachten in het spel die proberen om hem naar het kwade pad te trekken? Antwoorden op deze vragen staan vervolgens centraal in de rest van het toneelstuk.
Hamlet als persoon
Veel acteurs die gepassioneerd zijn over theater en de verdieping van personages, raken niet uitgepraat over de persoon Hamlet en zijn complexiteit. Hij zou vol met tegenstellingen zitten. In het stuk wordt duidelijk dat Hamlet bewondering heeft voor mannen met passie die niet terugdeinzen om geweld te gebruiken. Hij zelf is echter meer van het nadenken en filosoferen. Hij heeft stemmingswisselingen, waarbij hij zich doldraait in besluiteloosheid, en dan ineens zich wentelt in impulsief geweld.
Als kijker en lezer blijft dan ook de vraag hangen of je nu wel of niet met een held te maken hebt. Hamlet heeft geen rechtlijnige reactie op de situatie, zoals we dat wel kennen van helden, die niet schromen om in actie te komen wanneer een levensbelangrijk probleem zich voordoet. In plaats van actie, verdwijnt Hamlet in twijfel en aarzeling over het wel of niet wreken van zijn vader.
En dat is wat Shakespeare zo briljant maakte in zijn schrijven; het verwachtingspatroon van de klassieke held wordt doorbroken en een menselijk weifelen wordt neergezet. Uiteindelijk gaat Hamlet ten onder aan zijn eigen schuldgevoel over zijn heldendaden. Ironisch gezien kenmerkt hem dit niet zo zeer als held, maar eerder als martelaar.